Het ‘brandweer departement’ van IBCM
Door: Anika Snel
Blijf op de hoogte en volg Anika
31 Januari 2014 | Denemarken, Kopenhagen
2014 is slechts een maand onderweg en ik heb het gevoel alsof er al minstens twee voorbij zijn. Januari is best heftig geweest. De twee weken Kerstvakantie die ik in Nederland heb doorgebracht waren super, met een bezoek van de familie Snel aan het Top 2000 café in het Beeld en Geluid in Hilversum en tripjes van Jeroen en mij naar het Fotografie museum en het Stedelijk in Amsterdam. De eerste week terug in Mitro stond in het teken van het Servisch-Orthodox Kerstfeest met de traditionele badnjak verbranding bij de Orthodoxe kerk (de foto’s zijn schaamteloos gejat) en Oud en Nieuw, een feest met flink wat knalvuurwerk, een feestende massa en de bijbehorende dronken opstootjes. De week daarna is het even niet leuk geweest. In de derde week van januari is mijn vader namelijk kort opgenomen geweest in het ziekenhuis vanwege een lichte herseninfarct.
Het gaat gelukkig best goed met hem en hij mocht al na drie dagen weer naar huis, maar iedereen zal het wel begrijpen dat ik voor vijf dagen even teruggevlogen naar Nederland. Mijn moeder, mijn zusje en ik waren erg blij dat hij alweer redelijk snel naar huis mocht. Het was natuurlijk voor ons alle vier even schrikken. Voor mij zelf was er ook ineens dat besef dat je er niet 1-2-3 voor de mensen van wie je het meest houdt kan zijn tijdens nare situaties. Als international maak je natuurlijk bewust de keuze om ergens weg van familie en vrienden vandaan te werken en dus ook te leven, met het risico dat je dus ineens langs een verschrikkelijke zijlijn staat als er thuis iets vervelends gebeurt. Nu kan ik vanuit Kosovo gelukkig gelukkig in twee dagen terugvliegen. Desalniettemin ga je er over nadenken; lekker zit het me nog steeds niet echt.
Toch heb ik ervoor gekozen om mijn contract in februari te verlengen en bij IBCM en dus in Kosovo te blijven. De eerste reden is dat mijn collega Peter (liefkozend de Duitse mol genoemd) in maart vertrekt en ik hem zal opvolgen als hoofd van het QA department. Nou ja, een eenmans-unit aangezien ik in mijn eentje QA moet gaan trekken, maar het gaat wel gepaard met nieuwe verantwoordelijkheden en groeimogelijkheden. De tweede reden is de organisatieverandering die IBCM door zal gaan maken het komende half jaar en waar ik ook graag deel van uit wil maken. De derde reden is simpelweg dat ik nog niet uitgeavonturierd ben in Kosovo en de gehele Balkan.
Aangezien ik nu bekend gemaakt heb dat ik voorlopig nog Mitrovica onveilig(er) maak, wordt het eens tijd dat ik een fatsoenlijk blog besteed aan mijn werk. Ik had Jeroen beloofd dat het eerstvolgende blog over de steden in Kroatië zou gaan die we bezocht hebben tijdens onze Grote Balkanreis; lieverd, de volgende keer, erewoord! Ik ben namelijk nu in Kopenhagen, na een workshopweek met onze Deense curriculum-partner - het Tietgen Kompetence Center in Odense.
Het International Business College Mitrovica (IBCM) is een non-for-profit hoger onderwijsinstelling opgericht door de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie SPARK in 2010. SPARK richt zich op economische vooruitgang via het stimuleren van ondernemerschap onder met name jongeren middels onderwijs. Het IBCM project combineert beide; het is een hoger onderwijsinstelling gericht op professionele educatie op het MBO en HBO bachelor niveau wat moet bijdragen aan economische ontwikkeling en het stimuleren van jong ondernemerschap in de Mitrovica regio. IBCM is uniek in Kosovo. Het onderwijs is internationaal georiënteerd en wordt alleen in het Engels aangeboden. Ten tweede kent IBCM een sterk conflict resolutie component vanwege de twee campus locaties in zuid- en noord-Mitrovica en de bijbehorende contactuitwisseling tussen Albanese-Kosovaarse en Servische – al dan niet Kosovaarse - stafleden en studenten.
Op papier is het een prachtig initiatief. De praktijk is natuurlijk weerbarstiger. In noord-Mitrovica is men nog steeds erg wantrouwend voor alles wat op een noord-zuid samenwerking lijkt, waardoor de uitwisseling tussen studenten van noord en zuid moeilijk moeilijk tot stand komt. Wel zien we een goede integratie van andere minderheidsgroepen in beide campussen, zoals de RAE en Bosniakken. De samenwerking tussen de verschillende ethniciteiten binnen onze staf loopt ook goed; het zijn juist de Serviërs (al dan niet Kosovaars) die onderling vaak mot hebben – al schijnt dit normaal te zijn in de Servische cultuur - en de internationals raken veelal verzeild in conflicten binnen de organisatie.
Ik heb in vorige blogs wel eens gehint naar problemen waar ik in IBCM tegenaan gelopen ben, inclusief het tot niet zo lang geleden autoritaire management. Over het autoritaire management hoeft niet heel veel meer gezegd te worden; ‘Little Hitler’ of ‘Moustache Man’ is na het einde van de zomervakantie opgevolgd door een toffe Duitser die verstand heeft van business ontwikkeling en intercultureel management. Helaas heeft de Moustache Man een ‘blame cultuur’ achtergelaten waarin veel mensen hun verantwoordelijkheid probeerden te ontlopen en waarvan de uitwassen in de dagelijkse organisatie nog steeds zichtbaar zijn.
Daar komt bij dat lokale staf nog te sterk focust op hiërarchie. IBCM zou een platte organisatie moeten zijn met een focus op performance, maar met name het (senior) personeel uit de regio houdt zich krampachtig vast aan de hierarchie. Er zijn erbij die zelfs geen suggesties ter verbetering van processen willen horen op basis van hierarchie. Iets wat ik in mijn eigen werkzaamheden veel tegenkom. Tijdens dit soort akkefietjes zijn meest voorkomende tegenargumenten:
1) Je bent maar de junior;
2) Je bent maar 25;
3) Je hebt geen PhD;
4) Je hebt deze opleiding gedaan, dus hier kan je geen verstand van hebben;
5) Je bent jonger dan mijn jongste zoon/dochter.
De leukste die ik ooit gehoord heb is: ‘Je bent niet getrouwd’. Het zijn allemaal geen inhoudelijke argumenten, wat impliceert dat men eigenlijk wel weet dat ik een punt heb. Ik weet dat ik ook nog wel eens als een bedreiging wordt ervaren door anderen voor de eigen positive en dat ik van nature ook niet zo’n harmonieus persoon ben. Alleen, ik moet mensen soms wel aanspreken op hun verantwoordelijkheden of lastige inhoudelijke issues, omdat dat nu eenmaal mijn werk is; het signaleren en aankaarten van kwaliteitsissues.
Dat brengt mij op wat ik doe in IBCM. Als junior in het Quality Assurance departement ben ik verantwoordelijk voor de jaarlijkse audits; monitoring van de belangrijkste educatieve processen in IBCM zoals de stage-scriptie cyclus en de halfjaarlijkse reviews van onze studieprogramma’s (vandaar mijn aanwezigheid in Odense deze week); de implementatie van de evaluatie cyclus (studenten evaluaties, de jaarlijkse staff evaluatie); monitoring en evaluatie van de implementatie van beleid; het aanpassen en herzien van regels en beleid indien nodig. Wat betreft deze laatste punten ben ik in mijn werk heerlijk Nederlands; voor 50 procent van mijn tijd ben ik permanent bezig met het tegengaan van overregulering.
Overregulering is een hobby voor de meeste lokale stafleden van IBCM. Voor een deel is het een cultureel overblijfsel van ome Tito, deels is het dé manier om verantwoordelijkheden te ontwijken. Mijn evaluatie van de implementatie van beleid in november heeft geleid tot het schrappen van ongeveer 1/3 van alle beleidsdocumenten en het wijzigen van nog eens 1/3, om te voorkomen dat alle processen en functies bij ons zo dichtgetimmerd worden dat discretie en ruimte voor eigen inzicht (bijna) niet meer mogelijk is. Het is bijna een paradox; veel collega’s klagen dat ze zo weinig ruimte hebben voor eigen initiatief, maar met de wens voor beleid wat alles voor ze bepaald en definieert beperken ze ook zichzelf.
Daar komt bij dat IBCM qua personeel overbezet is. Deels door het hebben van twee campus locaties, deels vanwege de neiging die binnen IBCM bestaatl om voor elke taak een nieuwe functie te willen creëren. Om dit tegen te gaan hebben een aantal mensen – lees de internationals – een dubbele functie; naast de junior in QA ben ik ook de International Coordinator voor studentenuitwisseling en het vinden van nieuwe internationale partners. Twee studenten die ik vorig semester naar het buitenland gestuurd heb zitten nu in Odense en het was erg leuk om op woensdagavond een biertje met ze te doen. Sinds Kumrije met zwangerschapsverlof is gegaan ben ik ook samen met Peter het Career Centre voor stages.
Het internationaal coordinatorschap en Career Centre zijn relatief makkelijke functies, waarin ik veel samenwerk met onze studenten. Dat is wel anders in mijn functie als junior in QA; als junior in QA maak ik onderdeel uit van wat Peter en ik het ‘brandweer departement’ noemen. Sommige collega’s noemen ons het departement van de ‘bemoeials’. Het is een soms frustrerend, maar uitdagend spanningsveld waarin ik opereer; QA zweeft tussen andere departementen in, maar omdat Peter en ik het departement vormen wat kwaliteitsissues signaleert, deze aankaart en ook actie onderneemt als er vanuit de andere departementen geen actie komt, komt het soms voor dat we in het vaarwater van anderen zitten, wat niet altijd gewaardeerd wordt.
Natuurlijk is mijn werk niet alleen maar moeilijkdoenerij. IBCM is groeiende en dat is gaaf om mee te maken. Sinds ik hier werk heb ik mooie dingen meegemaakt en gezien, zoals twee personeelsdiners waarbij de drank en dansvloer niet geschuwd zijn, mijn eigen verjaardag met een overdosis aan taart, een werkbezoek aan de Kamer van Koophandel van Niš door ‘de drie knapste dames van IBCM’, student naar het buitenland sturen op uitwisseling en wereldwijs terug zien komen, een nieuwe generatie van eerstejaars, de nieuwe generatie van AP afstudeerders, de in gebruikname van onze nieuwe campus in het noorden sinds deze maand, de in februari eerste generatie van Bachelor afstudeerders en natuurljik mijn workshops in Odense met als beloning een dagje Kopenhagen deze week.
Ook heb ik ook genoeg lol met collega’s. Met Vladislav kook ik een keer in de twee weken en doe ik geregeld een drankje. Arjeta is een harde werker en een schat van een mens, en altijd nieuwsgierig naar hoe het met de familie in Nederland gaat. Sonja en ik wisselen dan wel geregeld woorden over verantwoordelijkheid en authoriteit, we flirten ook graag met elkaar, tot de mortificatie van Rob, een van onze Engelse docenten. Van Sonja moet ik als bestuurskundige ook altijd verplicht mee met de field trips die ze voor de Public Administration studenten organiseert, zoals het bezoek aan de Roma mahalla in juni. Nermin en ik hebben af en toe een zwijgperiode omdat hij voor mij te pessimistisch is over veel zaken in IBCM, maar wij lopen ook samen graag festivals af, zoals het Zvečan Jazz festival in juni. Hij vraagt me ook wel eens voor gastcolleges, met name over ondernemerschap in Nederland. En stappen met ‘de mannen van zuid’ (Genc, Mithat, Peter, Rob en Halid) is altijd een feest, zeker wanneer Peter los gaat met de sterke drank.
Voorlopig heeft IBCM nog een flinke slag te maken in diens groei. De komende periode gaat er daarom een veranderingstraject gestart worden, onder andere op HR gebied, centralisatie van taken en functies en de onderzoekscapaciteit van IBCM. Vanuit QA ben ik bij de meeste punten wel betrokken, al wordt mijn persoonlijke uitdaging het binnenslepen van een lidmaatschap binnen ERASMUS+ van de Europese Commissie. Ik heb er zin in.
Overigens heb ik contact weten te maken met drie vrienden in Zuid-Soedan. Stephen van de VN en Ochan zitten beiden op een VN compound. Stephen van Kator payam was op het moment dat de eerste gewelddadigheden uitbraken bij zijn familie in West-Equatoria vanwege de feestdagen. Hij is nu weer terug in Juba en gewoon aan het werk. Inmiddels is er een staakt-het-vuren afgekondigd tussen President Salva Kiir en Riek Machar, al zijn internationale waarnemers kritisch en weinig hoopvol dat het akkoord lang stand gaat houden. Ochan vertelde dat in Juba het op dit moment wel redelijk rustig is. Hij vertelde mij ook dat hij zijn cursus Engels afgerond heeft en zodra het weer wat rustiger is met een advanced Engelse cursus wil beginnen. Zijn optimisme is geweldig.
De laatste nieuwtjes nog vanuit Mitrovica; in de week dat ik extra thuis was is Dimitrije Janićijević, de politiek leider van de Onafhankelijke Liberale partij, voor zijn huis in noord-Mitro vermoord. De reden is onduidelijk, al kan het met de aankomende verkiezingen te maken hebben. De burgemeester in het noorden heeft namelijk zijn functie neergelegd, omdat hij zich gedwongen zou voelen om Kosovo te erkennen als onafhankelijke staat. In maart staan er daarom weer nieuwe burgemeestersverkiezingen op het programma. Het blijft toch allemaal bizar en bijzonder.
Dikke kus,
Anika
Ps. Sinds 02-03-2014 staan ook wat foto's van winter in Kopenhagen online.
-
01 Februari 2014 - 10:06
Johnvan Dijk:
Hallo Anika,
Weer vol belangstelling je blog gelezen. Wat doe je daar een geweldige ervaring op. Heerlijk te zien hoe je je daar ontwikkelt en wat je allemaal op je pad tegenkomt.
Maar zover ik je ken ben je een heerlijke doorzetter en weet je personen die gewoon niet mee willen denken meestal toch op een bepaald moment tot inkeer te brengen. En is dat niet het geval dan horen ze meestal niet op die plaats thuis.
Maar ter geruststelling: ook hier in NL kennen wie die mentaliteit, maar hier zijn die dingen meestal goed bespreekbaar.
Veel succes nog Anika! -
01 Februari 2014 - 14:31
Marina:
Hoi Anika,
Interessant om te lezen over het wel en wee binnen het IBCM.
Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel:), maar onderneem je ook leuke activiteiten met je collega's.
Wij wensen je veel succes de komende tijd.
De bijbehorende foto's zijn natuurlijk weer top.
Ik zie weer uit naar je volgende blog over jullie geweldige Balkan reis.
Veel liefs van het thuisfront:).
-
03 Februari 2014 - 15:59
Jeroen:
Volgende keer Kroatië, anders word ik boos!
Zoen :) -
07 Februari 2014 - 20:03
Albert:
Leuk jullie in het Top2000 Cafe te zien. Iedere keer neem ik me voor om er ook eens heen te gaan. Maar in mijn eentje vind ik het wat minder. Corry houdt niet zo van die jaren 60 muziek. Ik doe
al jaren mee aan het invullen van mijn favorieten voor de Top 2000. En tijdens het rijden op de bus
heb ik mijn oortje in om maar niks te hoeven missen.
Het hele gebeuren met je vader is ons die nacht ontgaan. Wij waren de avond ervoor laat thuisgekomen omdat wij bij Mark op Tigo hadden gepast. Normaal gesproken wordt Corry wel wakker als er iets van geluid op het plein is. Wij stonden dan ook met onze mond open van verbazing toen je moeder het ons kwam vertellen. Gelukkig gaat het weer met je vader. Misschien kunnen wij je een beetje geruststellen dat je ouders altijd bij ons terecht kunnen wanneer er zich noodsituaties voordoen in de toekomst. Je moeder heeft ons telefoonnummer gekregen om ons dan te kunnen bellen.
Wat betreft je workshop in Odense, Denemarken. Volgens mij heb je gevraagd of je er aub heen mocht.
Want die buurman heeft zulke mooie foto's van Kopenhagen laten zien. -
07 Februari 2014 - 20:09
Albert:
Foutje, ik was nog niet klaar.
Daar wil ik na die workshop wel een dagje heen (haha). Gelijk heb je omdat met je werk te combineren. Het is een mooie stad Kopenhagen en je kunt alles lekker op loopafstand bekijken. Het is een leuk toeval dat jij er nog geen half jaar later daar ook je voetstappen hebt gezet.
Nou Anika het was weer een interessant stuk en mooie foto's. En maak je geen zorgen hoor.
Liefs Corry en Albert
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley